- Inspiratie
- In gesprek met Helmuth van Galen
Wat heeft jou gevormd als kunstenaar?
“Toen ik een jaar of 13 was, zat ik tijdens het maken van mijn huiswerk een portret van een platenhoes na te tekenen. De ontdekking dat ik iets kon waar ik nog nooit aan had gedacht, werkte enorm stimulerend. Mijn interesse in kunst was gewekt. Ik ging toen nog niet naar musea, maar ik heb wel alle kunstboeken uit de plaatselijke bibliotheek gelezen. Ieder weekend ging ik met een vriend op pad. Op de fiets of brommer reden we, met onze tekenspullen, heel Noord-Holland door. Dan zochten we een mooi plekje uit, dat we vervolgens met grote concentratie probeerden na te tekenen of schilderen. In die beginperiode werkte ik zeer gedetailleerd. Ik had hier veel plezier in, maar was ook erg aan het worstelen. Hoe wordt een tekening van een boerderij uniek? Hoe kan het artistieker? Pas tijdens mijn opleiding aan o.a. de Gerrit Rietveld Academie leerde ik dingen loslaten, dingen weglaten.”
Hoe zou je jouw werk omschrijven?
“Ik schilder verstilde vergezichten in gestapelde, horizontale banen. Kleur, licht en diepte geven de landschappen hun eigen karakter en sfeer. Ik maak kunstwerken binnen het thema ‘Buitenruimte’. Zodra ik het woord landschap noem, roept dat vaak verschillende associaties op. Niet zelden een conventionele kijk. Mijn interpretatie van landschap gaat niet over het mooi schilderen van gras, bomen of wolken. Het schilderij moet ruimte bieden om de suggestie van iets landschappelijks op een persoonlijke manier te kunnen interpreteren.”
Kun je wat vertellen over jouw werkwijze?
“Wat veel mensen verbaast, is dat ik volledig uit mijn hoofd werk. Ik maak geen foto’s van een polderlandschap en ik ga ook geen uren zitten mijmeren aan zee. Ik begin gewoon met een kleur en ga schilderen, laag voor laag. Het is een proces dat soms jaren duurt. Af en toe schilder ik een doek helemaal over of hang ik het doek ondersteboven. Het is een spel. Ik werk altijd aan meerdere schilderijen tegelijkertijd. Na een paar uur ben ik op een doek uitgekeken, dan zet ik het weg en pak ik een ander. Ik haal mijn werken telkens weer tevoorschijn en kijk er dan met een frisse blik naar. Soms moet ik even wennen of verveelt het me snel. Dan moet ik er iets aan doen, want dan is het niet spannend genoeg. Ik heb doeken staan waar ik al tien jaar mee bezig ben.”
Heb je een favoriet kunstwerk?
“Eén echte favoriet heb ik niet, maar ik heb wel aantal sleutelwerken. Zo heb ik vorige zomer een kunstwerk gemaakt waarbij de horizon een stuk lager lag dan bij mijn voorgaande werken. Dit leverde een nieuwe uitdaging op, want opeens kreeg ik problemen met het schilderen van de lucht. Ik wil geen wolken schilderen, dus hoe zorg ik er dan voor dat een schilderij toch een gevoel van luchtigheid en ruimtelijkheid krijgt? Dit zijn gevechten waar ik van houd. Op deze manier houd ik het spannend voor mezelf en zorg ik ervoor dat datgene wat ik maak geen ‘trucje’ wordt. Mensen herkennen mijn werk als een ‘Helmuth’, maar ik wil wel blijven verrassen. Het schilderij dat ik vorige zomer maakte, zorgde voor een nieuwe beweging.”
Waar zie je jouw kunst het liefste hangen?
“Het is leuk als mijn werk tentoongesteld wordt, dan zie ik mijn werk eens in een andere context. Bij mij in het atelier hangen werken dicht naast elkaar. Tijdens een tentoonstelling kan ik een schilderij van dichtbij en van veraf bekijken, maar ook zie ik de werken in combinatie met andere kunstwerken. Dit werkt verfrissend en verrassend. Als mijn werk bij iemand thuis hangt, dan zie ik dat als een soort beloning. Ik vind dat heel erg bijzonder.”